Indien deze voorschriften niet voldoende nageleefd worden en hierdoor een ongeval of onvoldoende waterdichtheid uit ontstaan, zijn wij niet verantwoordelijk.
- Algemeen
De regenwaterputten zijn vervaardigd uit getrild beton (met uitzondering van de Ovalis putten). Wand en bodem zijn één geheel. De putten dienen steeds ondergronds geplaatst te worden. Voor A15kN mag de bovenkant op een max. diepte van 60cm onder het maaiveld, voor B125kN 100cm.
- Manipulatie
Om ervoor te zorgen dat de put niet breekt tijdens het plaatsen dien je met volgende zaken rekening te houden
- Tijdens het hijsen gebruik maken van alle hijslussen
- Hijskettingen dienen voldoende zwaar + lang genoeg te zijn
- Nooit hijsen in een hoek kleiner dan 60°
- Graafwerken
Belangrijk bij het uitgraven van het gat:
- Zorg dat de put minimum 30cm onder het maaiveld zit voor een vorstvrije opstelling
A15kN (tussen 30-60cm), voor B125kN (tussen 30-100cm - Voor de grootte van het gat neem je de buitendiameter van de put + 50cm ruimte rondom de put.
- Funderingen
De put dient steeds op een vlakke en draagkrachtige ondergrond geplaatst te worden.
Bij Zand/leem/klei zet je de put best op een zandbed van 10cm dik.
Bij Rots/steenslag/leisteen op een zandbed of stabilisé van 20cm.
Om D400kN te bekomen neem je de volgende maatregelen:
- Je neemt als basis een klasse A15kN regenwaterput De put op 20 a
- 25cm gestabiliseerd zand plaatsen + rondom aanvullen.
- Bovenop de put, dragend op de grond rondom de put, een betonnen dek van 20cm dik storten. Voorzien van dubbel net 150x150x
- Aansluiten/aanvullen
- Aanvullen doe je met steenloze grond in lagen van 50cm. Bij verkeersbelasting is het steeds aangeraden gestabiliseerd zand te gebruiken.
- Bij onze Ovalis putten (15.000 en 20.000 Liter) welke uit zelfverdichtend beton bestaan, gebruik je steeds gestabiliseerd zand.
- De putten hebben goede aanvulling nodig als tegendruk om scheuren/barsten tegen te gaan in de toekomst. Vakkundige uitvoering hiervan is dus van uiterst belang.
- Een put mag nooit gevuld worden met water zolang deze niet met grond is aangevuld tot aan de dekplaat. Onze putten worden waterdicht aangeleverd tot aan de aansluitingen in de zijwand.
- Installatie / aanleg infiltratieputten (traditioneel, voor poreus beton --> zie plaatsingsvoorschriften regenwaterputten):
- gat graven op diepte
- worteldoek (geotexiel) er in en de infiltratieputput hierop plaatsen
- ca. 40 cm grind rondom de infiltratieput aanbrengen
- worteldoek (geotexiel) om het grind vouwen.
- zand aanvullen
- noodoverloop aanbrengen
- In de standpijpen (dakgootafvoerbuizen) bladvangers aanbrengen.
Door om de infiltratieput heen, voldoende grind aan te brengen kan de infiltratieput haar water onmiddellijk aan het grindbed afgeven. Zo ontstaat er een groot infiltrerend oppervlak rondom de infiltratieput. Door bovenop het grind een Geotextiel of dikke folie aan te brengen wordt dichtslibben met zand voorkomen.
- Transport & plaatsing met kraanwagen
INZETTEN kan enkel in optimale omstandigheden, d.w.z.:
- Werf is goed bereikbaar én berijdbaar (stevige ondergrond d.m.v. bv. rijplaten)
- De breedte van de doorgang moet 3 tot 4,5 meter bedragen, de hoogte min. 4 meter
- Camion kan met achterkant tot aan het gat rijden + poten volledig uitschuiven (4-6 meter)
- Camion heeft voldoende ruimte om de put op te heffen en 180° te draaien
Wordt er ter plaatse beslist dat de werf niet aan deze eisen voldoet, worden de putten gelost en dient er op eigen initiatief een alternatief voorzien te worden.